Besmettingsgevaar op jacht | zoönosen algemeen

image_pdfimage_print
Kundigenperson-aEr zijn veel infectieziekten die mensen op elkaar kunnen overbrengen. Ook dieren kunnen infectieziekten op elkaar overbrengen. Een klein deel van de infectieziekten van dieren is besmettelijk voor de mens. Dat zijn de zoönosen.
Voedselinfecties en zoönosen

Ook voedsel kan besmet zijn met allerlei soorten ziekteverwekkers. Vaak zijn deze afkomstig van andere, zieke mensen. Maar soms besmetten ziekteverwekkers van dieren ons voedsel. Ook dat zijn zoönosen.

Steeds meer zoönosen?

Enerzijds verdwijnen er zoönosen uit ons land, doordat er steeds meer over bekend is en goede maatregelen genomen kunnen worden. Anderzijds kunnen er nieuwe ziekten bijkomen. De oorzaken daarvan zijn:

  • Mensen reizen steeds meer en kunnen uit andere landen ziekten mee terug naar huis nemen. Sommige ziekten zullen dan kans zien om zich (opnieuw) in Nederland te vestigen.
  • Onze voedingsgewoonten zijn veranderd, er wordt meer rauw of rosé gebakken vlees en vis gegeten (bijvoorbeeld carpaccio, vis in sushi’s, rosé gebraden lamsbout). Ook groenten worden vaak korter gekookt of even geroerbakken, zodat ze nog knapperig blijven. Ziektekiemen die normaal door verhitting gedood worden, zullen dan blijven leven. Ook in rauwe melk kunnen ziektekiemen voorkomen, terwijl er geen enkel risico is wanneer je gepasteuriseerde of gesteriliseerde melk in de winkel koopt.
  • Het klimaat verandert. Door de opwarming kunnen vectoren (‘transporteurs’), die ziekten van (wilde) dieren naar mensen overbrengen, zich vestigen en uitbreiden in Nederland. Voorheen was het in ons land te koud voor die vectoren (muggen, teken, vliegen) om te overleven.
Hoe kunt u een besmetting met een zoönose voorkomen?
  • Ken de risico’s.
  • Goed handen wassen (met zeep en veel water) na contact met dieren, na tuinieren, na buiten spelen.
Wat betreft de dieren om u heen:
  • Bestrijd ongedierte (muizen en ratten) in en om huis.
  • Controleer op teken na in gebieden geweest te zijn waar deze veel voorkomen, verwijder een eventuele teek zo spoedig mogelijk.
  • Ontworm honden en katten regelmatig, zeker jonge dieren. Laat ze vaccineren, bestrijd vlooien, teken en luizen.
  • Voer een huisdier geen slachtafval of rauw vlees en zorg voor schoon drinkwater.
  • Vermijd contact met zieke dieren.
Wat het voedsel betreft:
  • Bewaar voedsel bij de juiste temperatuur.
  • Verhit voedsel door en door, zodat het van buiten én van binnen gaar is.
  • Was rauwe groente en fruit goed met schoon water.
  • Eet geen rauw of rosé vlees, drink geen rauwe melk.
  • Neem bij inblikken of wecken uiterste hygiëne in acht.
  • Gebruik schoon keukengerei, was handdoeken, theedoeken en vaatdoeken zeer regelmatig, liefst iedere dag.
  • Goed de handen wassen vóór het bereiden van eten, maar ook tussendoor na het toebereiden van bijvoorbeeld vlees.
  • Voorkom kruisbesmetting.
  • Zorg dat de koelkast op de juiste temperatuur staat: tussen 4 en 7 graden Celsius.
  • Transporteer voedsel bij de juiste temperatuur: gekoelde waren in een koeltas.
Bij ziekte:
  • In geval van ziekte bij een mens: consulteer een arts!
  • In geval van ziekte bij een dier: consulteer een dierenarts!
Wanneer moet u naar de huisarts?

De informatie op deze website gaat over infectieziekten die van dieren worden overgedragen op mensen. Op grond van deze informatie kan echter geen diagnose worden gesteld! Ziekteverschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, moeheid, huiduitslag en diarree kunnen vele verschillende oorzaken hebben. Raadplaag daarom altijd uw huisarts bij ernstige of aanhoudende gezondheidsklachten.

Als u ziek bent, en u denkt dat het op de één of andere manier door contact met dieren gekomen is, dan is het wel heel nuttig om uw arts  daarvan op de hoogte te stellen. Vertel bijvoorbeeld dat u parkieten houdt, gezwommen hebt in oppervlaktewater, een oude stal hebt schoongemaakt, gekampeerd hebt in de duinen, de jonge lammetjes bij de buren bezocht hebt, of de slootkant hebt schoon gemaakt. Vertel bovendien wanneer dat precies geweest is.