Vragen Schadebestrijding
Konijn, houtduif, vos, Canadese gans, kraai en kauw staan in Artikel 11.57 (aanwijzing vergunningvrije gevallen andere soorten in ministeriële) en Artikel 11.43 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn in ministeriële regeling)Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL)
Hetgeen inhoudt dat deze dieren het hele jaar mogen worden gedood, indien het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem gebruikte opstallen, om schade aan de landbouw/fauna die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen.
Indien gebruik gemaakt wordt van een geweer is een jachtakte vereist evenals een schriftelijke toestemming van de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL). Tevens is de 40 ha-regeling art 11.76 BAL van toepassing, indien je gebruik maakt van een geweer.
De jachthouder mag aan een andere jager toestemming geven om buiten zijn aanwezigheid duiven en kraaien, kauwtjes, vos, Canadese gans en konijn bij schade of te verwachten schade te bestrijden, dit met de toestemming van de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL)om gebruik te maken van verleende Artikel 11.51 en art 11.43 (aanwijzing vergunningvrije gevallen zoals vermeld in de ministeriële regeling of provinciale verordening) in zijn jachtveld.
Bij de tot jagen geoorloofde middelen komen we de kastval niet meer tegen. Het is echter wel een geoorloofd middel voor schadebestrijding van vos, kraai en kauw, die op de landelijke door de ministriële regeling zijn aangewezen als vergunning vrije gevallen. In het artikel 11.71 BAL (middelen voor de jacht) zijn nu alle middelen, methoden en installaties vermeld voor het vangen en doden van diersoorten. Hieronder ook de door u genoemde vangkooi, kastval. Artikel 11.51 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten in de ministeriële regeling) en vermeld in Artikel 8.74m (voorschrift soorten vogelrichtlijn: toegestane middelen) en Artikel 8.74n (voorschrift soorten vogelrichtlijn: toegestane methoden of installaties) en Artikel 8.74o (voorschrift flora- en fauna-activiteit soorten habitatrichtlijn en andere soorten: toegestane middelen) Besluit kwaliteit leefomgeving.
De vos staat als vergunningvrije geval vermeld in de ministeriële regeling art.11.57 onder b sub 2 BAL Het vangen en doden van vossen met behulp van aardhonden is toegestaan 1 september tot 1 maart.
Voor het gebruik van de kraaienvangkooi is een provinciale omgevingsvergunning art. 8.74j, tweede lid Bkl (vogels), 8.74k, tweede lid, Bkl (soorten habitat-richtlijn), 8.74l, tweede lid, Bkl (andere soorten vereist. Tevens is het vangen en doden van dieren toegestaan de in Artikel 4.19 (middelen en methoden die zijn toegestaan voor bestrijden soorten vogelrichtlijn) aangewezen middelen, met uitzondering van fretten, kastvallen, vangkooien en buidels, niet gebruikt op zondagen, de nieuwjaarsdag, de tweede paasdag, de tweede pinksterdag, de eerste en tweede Kerstdag, en de Hemelvaartsdag.
Indien u deze kraaien heeft geschoten of gekregen van een jager, mag u deze gebruiken om andere kraaien van de schadegevoelige objecten/percelen weg te houden.
Het betreft hier een landelijke vrijgestelde diersoorten Artikel 4.18 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn: bestrijding schadelijke vogels) U kunt gedurende het gehele jaar van dit middel gebruik maken bij schade of te verwachte schade. Natuurlijk moet u in bezit zijn van een toestemming van de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL) of de jachthouder moet dit recht aan u hebben doorgegeven namens de grondgebruiker. U hoeft hier niet 200 m afstand van de voerplaats te houden.
Indien het betreft is er geen sprake van een jachtveld maar van een bebouwde kom in de zin van de Wet natuurbescherming mag men geen gebruik maken van het geweer. Men mag wel gebruik maken van een omgevingsvergunning voor een kraaienvangkooi op basis van Artikel 8.74j, tweede lid Bkl (vogels).
Het gebruik luchtdrukwapen is nu verbonden aan een ontheffing ook in een gebouw. (zie de toelichting op het Besluit natuurbescherming);
Onder het begrip «geweer», zoals gebruikt in de wet en in de onderhavige artikelen, moeten ook luchtdrukgeweren worden begrepen. In bepaalde gevallen, zoals het doden van vogels binnen gebouwen, is het luchtdrukgeweer een geschikt middel. In die gevallen is – naast ontheffing van het verbod op het doden van vogels – ook ontheffing van het verbod op het gebruik van andere geweren dan hagel- en kogelgeweren en in voorkomend geval het verbod op het gebruik van het geweer binnen de bebouwde kom benodigd. Artikel 11.29, tweede lid, 11.31, tweede lid, 11.75, tweede lid, en 11.82 Bal biedt daarvoor een basis. Hetzelfde geldt voor verdovingsgeweren en gas- en verdrukgeweren.
Het gebruik van het geweer is ook gebonden aan de bepalingen van de Wet wapens en munitie. Uit dien hoofde gelden er bijvoorbeeld ook regels over het dragen, vervoeren en opbergen van het wapen. De regels van de Wet wapens en munitie kunnen verschillen al naar gelang de categorie wapens waartoe het geweer behoort. Het hagelgeweer en het kogelgeweer zijn in de Wet wapens en munitie wapens van categorie III, het luchtdrukgeweer is een wapen van categorie IV.
Een houtduif is en blijft een wildsoort, ook al is deze landelijk vrijgesteld. Hier is dan sprake van zogenaamd afleidend voeren. Men moet dan echter wel 200 meter van de voerplaats afblijven als men de houtduiven wil bejagen met het geweer. (Artikel 11.66 lid 2 sub e BAL) (geen jacht in bepaalde gevallen)
Ja, houtduiven zijn landelijk vrijgesteld door de minister Artikel 11.43 BAL (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn in ministeriële regeling) .
Er mag op de stoppelakkers worden bejaagd gedurende de periode dat de jacht op de houtduiven is gesloten, dit ter voorkoming van schade. Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schadeveroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit
leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem
gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of
aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen.
Ja, is een landelijk aangewezen vergunningvrij geval (diersoort) door de minister (Artikel 11.57 BAL) (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten habitatrichtlijn in een ministeriële regeling) .
Hij mag het hele jaar door worden bejaagd dit ter voorkoming van schade aan de wilde flora of fauna, of natuurlijke habitats; of ernstige schade aan andere vormen van eigendom.
Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schade-veroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit
leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem
gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of
aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen;
Als je kunt aantonen dat men de vos overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving heeft verkregen, dan wel legaal in het buitenland heeft verkregen, mag men de vos in bezit (voorhanden) hebben en dus ook gebruiken als lokker bij de schadebestrijding van de kraai .
De ekster behoort tot de beschermde inheemse diersoorten. Deze soort mag alleen verontrust, gevangen en gedood worden op basis van een provinciale omgevingsvergunning of aangewezen is in provinciale verordening als vergunning vrij geval.
De provincie kan de soort wanneer deze in (delen van) de provincie belangrijke schade veroorzaakt aanwijzen. Artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, Ow en op basis van 8.74j, tweede lid Bkl (vogels).
Indien de camping (vaste bebouwing) een gedeelte van het jaar gesloten is, mag u daar in die periode konijnenschade bestrijden of voorkomen met het geweer, hiervoor geldt dan wel de 40 ha regeling (art 11.76 BAL).
Het konijn, is een landelijk aangewezen vergunningvrij geval (diersoort) door de minister (Artikel 11.57 BAL) (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten habitatrichtlijn in een ministeriële regeling)
Deze mag het hele jaar door worden bejaagd dit ter voorkoming van schade aan de wilde flora of fauna, of natuurlijke habitats; of ernstige schade aan andere vormen van eigendom.
Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schadeveroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit
leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem
gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of
aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen;
Indien de camping tot de bebouwde kom wordt gerekend dan geldt art 11.71 Lid 4 (De jacht wordt niet uitgeoefend met het geweer binnen de in het omgevingsplan aangewezen bebouwingscontour jacht, bedoeld in artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, of op terreinen die onmiddellijk aan die bebouwingscontour grenzen) en is het niet mogelijk daar konijnen met het geweer te beheren en/of bestrijden, echter wel met havik, fret en buidels en vangkooitjes Art.11.71 onder lid 1 C, F, G en H geeft dat je ook op zon- en feestdagen mag vangen met havik,fret en buidels en vangkooitjes.
De grondgebruiker kan u toestemming grondgebruiker (11.52 lid 5 BAL ) geven voor fretteren met de middelen die zijn toegestaan in het 11.71 BAL . Hierin worden de zgn klepvallen en buidels genoemd. (In art 11.57 BAL is konijn aangewezen als vergunning vrij geval in een omgevingsverordening of ministeriële regeling en kan dus het hele jaar door bij schade is of dreigende schade.
Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schadeveroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen.
Konijn, houtduif, vos, Canadese gans, kraai en kauw staan in Artikel 11.57 (aanwijzing vergunningvrije gevallen andere soorten in ministeriële) en Artikel 11.43 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn in ministeriële regeling)Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL)
Hetgeen inhoudt dat deze dieren het hele jaar mogen worden gedood, indien het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem gebruikte opstallen, om schade aan de landbouw/fauna die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen.
Indien gebruik gemaakt wordt van een geweer is een jachtakte vereist evenals een schriftelijke toestemming van de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL). Tevens is de 40 ha-regeling art 11.76 BAL van toepassing, indien je gebruik maakt van een geweer.
De jachthouder mag aan een andere jager toestemming geven om buiten zijn aanwezigheid duiven en kraaien, kauwtjes, vos, Canadese gans en konijn bij schade of te verwachten schade te bestrijden, dit met de toestemming van de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL)om gebruik te maken van verleende Artikel 11.51 en art 11.43 (aanwijzing vergunningvrije gevallen zoals vermeld in de ministeriële regeling of provinciale verordening) in zijn jachtveld.
Bij de tot jagen geoorloofde middelen komen we de kastval niet meer tegen. Het is echter wel een geoorloofd middel voor schadebestrijding van vos, kraai en kauw, die op de landelijke door de ministriële regeling zijn aangewezen als vergunning vrije gevallen. In het artikel 11.71 BAL (middelen voor de jacht) zijn nu alle middelen, methoden en installaties vermeld voor het vangen en doden van diersoorten. Hieronder ook de door u genoemde vangkooi, kastval. Artikel 11.51 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten in de ministeriële regeling) en vermeld in Artikel 8.74m (voorschrift soorten vogelrichtlijn: toegestane middelen) en Artikel 8.74n (voorschrift soorten vogelrichtlijn: toegestane methoden of installaties) en Artikel 8.74o (voorschrift flora- en fauna-activiteit soorten habitatrichtlijn en andere soorten: toegestane middelen) Besluit kwaliteit leefomgeving.
De vos staat als vergunningvrije geval vermeld in de ministeriële regeling art.11.57 onder b sub 2 BAL Het vangen en doden van vossen met behulp van aardhonden is toegestaan 1 september tot 1 maart.
Voor het gebruik van de kraaienvangkooi is een provinciale omgevingsvergunning art. 8.74j, tweede lid Bkl (vogels), 8.74k, tweede lid, Bkl (soorten habitat-richtlijn), 8.74l, tweede lid, Bkl (andere soorten vereist. Tevens is het vangen en doden van dieren toegestaan de in Artikel 4.19 (middelen en methoden die zijn toegestaan voor bestrijden soorten vogelrichtlijn) aangewezen middelen, met uitzondering van fretten, kastvallen, vangkooien en buidels, niet gebruikt op zondagen, de nieuwjaarsdag, de tweede paasdag, de tweede pinksterdag, de eerste en tweede Kerstdag, en de Hemelvaartsdag.
Het betreft hier een landelijke vrijgestelde diersoorten Artikel 4.18 (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn: bestrijding schadelijke vogels) U kunt gedurende het gehele jaar van dit middel gebruik maken bij schade of te verwachte schade. Natuurlijk moet u in bezit zijn van een toestemming van de grondgebruiker (art 11.52 lid 5 BAL) of de jachthouder moet dit recht aan u hebben doorgegeven namens de grondgebruiker. U hoeft hier niet 200 m afstand van de voerplaats te houden.
Indien het betreft is er geen sprake van een jachtveld maar van een bebouwde kom in de zin van de Wet natuurbescherming mag men geen gebruik maken van het geweer. Men mag wel gebruik maken van een omgevingsvergunning voor een kraaienvangkooi op basis van Artikel 8.74j, tweede lid Bkl (vogels).
Het gebruik luchtdrukwapen is nu verbonden aan een ontheffing ook in een gebouw. (zie de toelichting op het Besluit natuurbescherming);
Onder het begrip «geweer», zoals gebruikt in de wet en in de onderhavige artikelen, moeten ook luchtdrukgeweren worden begrepen. In bepaalde gevallen, zoals het doden van vogels binnen gebouwen, is het luchtdrukgeweer een geschikt middel. In die gevallen is – naast ontheffing van het verbod op het doden van vogels – ook ontheffing van het verbod op het gebruik van andere geweren dan hagel- en kogelgeweren en in voorkomend geval het verbod op het gebruik van het geweer binnen de bebouwde kom benodigd. Artikel 11.29, tweede lid, 11.31, tweede lid, 11.75, tweede lid, en 11.82 Bal biedt daarvoor een basis. Hetzelfde geldt voor verdovingsgeweren en gas- en verdrukgeweren.
Het gebruik van het geweer is ook gebonden aan de bepalingen van de Wet wapens en munitie. Uit dien hoofde gelden er bijvoorbeeld ook regels over het dragen, vervoeren en opbergen van het wapen. De regels van de Wet wapens en munitie kunnen verschillen al naar gelang de categorie wapens waartoe het geweer behoort. Het hagelgeweer en het kogelgeweer zijn in de Wet wapens en munitie wapens van categorie III, het luchtdrukgeweer is een wapen van categorie IV.
Een houtduif is en blijft een wildsoort, ook al is deze landelijk vrijgesteld. Hier is dan sprake van zogenaamd afleidend voeren. Men moet dan echter wel 200 meter van de voerplaats afblijven als men de houtduiven wil bejagen met het geweer. (Artikel 11.66 lid 2 sub e BAL) (geen jacht in bepaalde gevallen)
Ja, houtduiven zijn landelijk vrijgesteld door de minister Artikel 11.43 BAL (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten vogelrichtlijn in ministeriële regeling) .
Er mag op de stoppelakkers worden bejaagd gedurende de periode dat de jacht op de houtduiven is gesloten, dit ter voorkoming van schade. Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schadeveroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit
leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem
gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of
aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen.
Ja, is een landelijk aangewezen vergunningvrij geval (diersoort) door de minister (Artikel 11.57 BAL) (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten habitatrichtlijn in een ministeriële regeling) .
Hij mag het hele jaar door worden bejaagd dit ter voorkoming van schade aan de wilde flora of fauna, of natuurlijke habitats; of ernstige schade aan andere vormen van eigendom.
Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schade-veroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit
leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem
gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of
aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen;
De ekster behoort tot de beschermde inheemse diersoorten. Deze soort mag alleen verontrust, gevangen en gedood worden op basis van een provinciale omgevingsvergunning of aangewezen is in provinciale verordening als vergunning vrij geval.
De provincie kan de soort wanneer deze in (delen van) de provincie belangrijke schade veroorzaakt aanwijzen. Artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, Ow en op basis van 8.74j, tweede lid Bkl (vogels).
Indien de camping (vaste bebouwing) een gedeelte van het jaar gesloten is, mag u daar in die periode konijnenschade bestrijden of voorkomen met het geweer, hiervoor geldt dan wel de 40 ha regeling (art 11.76 BAL).
Het konijn, is een landelijk aangewezen vergunningvrij geval (diersoort) door de minister (Artikel 11.57 BAL) (aanwijzing vergunningvrije gevallen soorten habitatrichtlijn in een ministeriële regeling)
Deze mag het hele jaar door worden bejaagd dit ter voorkoming van schade aan de wilde flora of fauna, of natuurlijke habitats; of ernstige schade aan andere vormen van eigendom.
Art 11.52 lid 2 BAL geeft hiervoor aan; Het bestrijden door de grondgebruiker van schadeveroorzakende dieren wordt alleen als vergunningvrij geval aangewezen in een omgevingsverordening op grond van artikel 11.50 en alleen als:
a. het bestrijden voldoet aan artikel 8.74k, eerste lid, onder a en c, van het Besluit kwaliteit
leefomgeving;
b. het bestrijden gebeurt op door de grondgebruiker gebruikte gronden, of in of aan door hem
gebruikte opstallen, om schade die in het lopende of daarop volgende jaar dreigt op te treden in of
aan die opstallen of in het omringende gebied te voorkomen;
Indien de camping tot de bebouwde kom wordt gerekend dan geldt art 11.71 Lid 4 (De jacht wordt niet uitgeoefend met het geweer binnen de in het omgevingsplan aangewezen bebouwingscontour jacht, bedoeld in artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, of op terreinen die onmiddellijk aan die bebouwingscontour grenzen) en is het niet mogelijk daar konijnen met het geweer te beheren en/of bestrijden, echter wel met havik, fret en buidels en vangkooitjes Art.11.71 onder lid 1 C, F, G en H geeft dat je ook op zon- en feestdagen mag vangen met havik,fret en buidels en vangkooitjes.