Vragen wapens en munitie
Indien je zoon thuis woont mag je op grond van zijn respectievelijke wapenverlof of jachtakte, waarmee zij bevoegd zijn tot het voorhanden hebben van alle binnen het huishouden aanwezige vuurwapens, dan mogen deze vuurwapens in dezelfde kluis worden bewaard. Dan moeten deze wapens als hoofdgebruiker of als medegebruiker op de jachtakte of wapenverlof zijn vermeld.
Dit geldt niet, wanneer je zoon, op grond van zijn jachtakte/wapenverlof, bevoegd zijn tot het voorhanden hebben van verschillende wapens.
De koper vraagt d.m.v. een volledig ingevuld Aanvraag voorhanden hebben (vuur)wapens (WM3-versie-2022 digitaal invulbaar) bij de politie ( afdeling Korpscheftaken) om het wapen bij te schrijven op zijn jachtakte. De Politie beoordeeld dan de aanvraag en schrijft het bij op de jachtakte, en levert daarbij het afgestempelde WM3 in bij de verkoper, waarmee deze dan het wapen van zijn jachtakte kan laten afschrijven bij de afdeling Korpscheftaken waar hij zijn jachtakte aanvraagt.
De koper toont ter controle het wapen bij de politie (afdeling Korpscheftaken) in zijn woonplaats, nadat hij hiervoor een afspraak heeft gemaakt.
Deze wijze geldt ook wanneer een jager een wapen koopt bij een wapenhandelaar.
Download: (WM3-versie-2022 digitaal invulbaar)
- Een geweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12 of een getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste .22 inch of 5,58 millimeter
- Een enkelloops hagelgeweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten.
- Een kogelgeweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.
- Een geweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument om in de nacht te schieten.
- Met betrekking tot dieren van de hierna genoemde soorten worden, onverminderd de artikelen 3.13, tweede, derde en vierde lid, en 3.14, derde lid, uitsluitend de volgende geweren en munitie gebruikt: a. reeën: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt; b. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 2200 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt.
- Onverminderd artikel 3.14, tweede en derde lid, worden met betrekking tot konijnen en houtduiven uitsluitend gebruikt: a. hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 3,5 millimeter niet overschrijdt, of b. kogelpatronen van een kaliber van .22 inch of 5,58 millimete
- Met betrekking tot hazen, fazanten en wilde eenden worden, onverminderd artikel 3.14, tweede lid, uitsluitend hagelpatronen gebruikt.
- Het is verboden een geweer ter uitoefening van het bepaalde bij of krachtens de wet te gebruiken: a.voor zonsopgang en na zonsondergang; b.binnen de bebouwde kom of terreinen als bedoeld in artikel 3.21, derde lid, van de wet c. binnen de afdalingskring van een eendenkooi als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, onderdeel d, van de wet; d.vanaf of vanuit een rijdend motorrijtuig dan wel een ander voertuig, of e. vanuit een luchtvaartuig.
- Artikel 3.7, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, ingeval het geweer wordt gebruikt bij de uitoefening van de jacht op wilde eenden.
-
- Het verbod, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, geldt niet voor de jacht op de wilde eend gedurende een half uur voor zonsopkomst en een half uur na zonsondergang.
Wapen grofwild op jachtakte, hoe kan ik nu bij de aanvraag van de akte een redelijk belang aantonen?
Artikel 3.15 Besluit Wnb lid 1 Met betrekking tot dieren van de hierna genoemde soorten worden, onverminderd de artikelen 3.13, tweede, derde en vierde lid, en 3.14, derde lid, uitsluitend de volgende geweren en munitie gebruikt: onder a geeft aan: reeën: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt;
Het voorhanden hebben van deze geweren wordt gedekt door uw jachtakte. In het Wet natuurbescherming, wordt in artikel 3.27 Wn aangegeven dat een geweer slechts mag worden gebruikt door personen die in het bezit zijn van een geldige jachtakte. Het vervoer naar het veld en het dragen van het geweer in het veld, vallen evenals het voorhanden hebben, onder de uitzonderingsbepalingen van de Wet wapens en munitie. Dat mag dus ook.
">art 3.15 Besluit natuur en artikel 3.27 Wn
Het is in Nederland in principe niet toegestaan om een wapen te hanteren, dat niet op de eigen jachtakte staat. Er zijn echter situaties waarin het wenselijk is dat gebruik wordt gemaakt van wapens die op de naam van iemand anders zijn geregistreerd. Zo’n geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer zoon of dochter gaat studeren en in een studentenhuis gaat wonen. Het verdiend dan vaak de voorkeur om het wapen veilig bij de jagende ouders thuis op te slaan. Wanneer er voldoende wordt geoefend, door beide gebruikers kan het ook een oplossing zijn om bijvoorbeeld samen te doen met één kogelbuks voor het afschot van grofwild.
Medegebruik van wapens is toegestaan, mits aan enkele strikte voorwaarden wordt voldaan. CMW 2018 vermeld daarover het volgende:Gemeenschappelijk gebruik van wapens. Daarom moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
1. Slechts één verlof- c.q. jachtaktehouder (A) is bevoegd het wapen thuis te bewaren (voorhanden te hebben). Dit houdt in dat de andere verlof- c.q. jachtaktehouder (B) die het wapen op zijn verlof respectievelijk jachtakte vermeld heeft staan, het wapen – alvorens hij dit gaat gebruiken voor het doel waarvoor hem een verlof respectievelijk een jachtakte is verleend – eerst bij A moet ophalen om het na gebruik terstond weer bij A terug te brengen;
2. De verschillende verloven c.q. jachtakten moeten ten aanzien van het gemeenschappelijk wapen onderling naar elkaar verwijzen en moeten aangeven wie van de verlof- c.q. jachtaktehouders bevoegd is het wapen thuis te bewaren;Een wapen dat vermeld staat op twee verloven of jachtakten telt bij de A-houder (dit is dus degene die het wapen voorhanden heeft op het moment dat het wapen niet gebruikt wordt voor de beoefening van de schietsport of de uitoefening van de jacht door de B-houder) mee voor het maximum aantal wapens dat hij of zij (op grond van artikel 43 van de RWM) voorhanden mag hebben.Bij de B-houder (dit is dus degene die het wapen leent van de A-houder en na gebruik terstond weer bij A terug brengt) telt het wapen niet mee voor de bepaling van het maximum aantal wapens dat hij of zij voorhanden mag hebben. Het aantal wapens dat met gebruikmaking van deze constructie op een verlof c.q. jachtakte mag worden vermeld bedraagt maximaal 10 voor een verlof en maximaal 12 vuurwapens voor een jachtakte.
In het kort betekent dit dat een wapen door een ander gebruikt mag worden, mits dat op de akte is vermeld. Het wapen mag echter alleen opgeslagen worden bij de A-houder. De medegebruiker (B) mag het wapen voor de jacht bij de A-houder ophalen en moet het terstond na de jacht weer bij de A-houder terugbrengen. De B-houder mag het wapen dus nooit in huis bewaren (ook niet in de kluis!)!!!
Zie hiervoor ook het formulier: Digitaal invul Toestemming-medegebruik-Jachtwapen
Circulaire Wapens en Munitie 2019
Sinds enkele jaren mogen mijn jachtmaat en ik zo nu en dan helpen bij het afschot van reegeiten.
Ik heb toen een buks gekocht en ben een aantal keren mee geweest. Wij zijn dan gast van een combinant, die ons soms wel, soms niet uitnodigt.
Nu moet ik het redelijk belang aantonen om de buks op mijn akte te houden. Maar we horen soms pas in december of we weer een uitnodiging krijgen. Hoe kan ik nu bij de aanvraag van de akte een redelijk belang aantonen?
In de circulaire wapens en munitie staat dat men een “ redelijk belang” moet hebben voor het bijschrijven van een grootkaliberbuks. Iemand die schriftelijk kan aantonen dat hij in de afgelopen drie jaar betrokken is geweest bij beheer van reewild, heeft daarmee dat redelijk belang aangetoond.
U toont het redelijk belang aan doordat uw gastheer schriftelijk verklaart dat u in de afgelopen drie jaar betrokken bent geweest bij schadebestrijding en beheer.
Dit kan ook worden aangeven op de toestemming art 3.20 lid 1 en lid 4 worden aangegeven door de jachthouder of Wbe.
CMW 2018
Artikel 3.14 besluit Wnb geeft hierover aan:
- Hagelpatronen bestaan uit hagelkorrels met een doorsnede van 3,5 millimeter of minder en bevatten geen metallisch lood.
- Kogelpatronen zijn geen militaire kogelpatronen, met inbegrip van fosfor- of lichtspoorpatronen, kogelpatronen met volmantel of kogels die niet vervormen bij het treffen.
Artikel 3.15 besluit Wnb geeft hierover aan:
Met betrekking tot dieren van de hierna genoemde soorten worden, onverminderd de artikelen 3.13, tweede, derde en vierde lid, en 3.14, derde lid, uitsluitend de volgende geweren en munitie gebruikt:
- reeën: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt
- edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop van tenminste 5,58 mm waarvan de trefenergie ten minste 2200 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt.
Onverminderd artikel 3.14, tweede en derde lid, worden met betrekking tot konijnen en houtduiven uitsluitend gebruikt:
- hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 3,5 millimeter niet overschrijdt, of
- kogelpatronen van een kaliber van .22 inch of 5,58 millimeter
Met betrekking tot hazen, fazanten en wilde eenden worden, onverminderd artikel 3.14, tweede lid, uitsluitend hagelpatronen gebruikt.
zie ook overzicht op de site: Wapens en Munitie en de Wet natuurbescherming
In artikel 3.13 van het Besluit natuurbescherming lid 4 geeft hierover het navolgende aan:
Een geweer als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, van de wet is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument om in de nacht te schieten.
Dit betreft dus een inrichtingseis aan het wapen. Weliswaar wordt gesproken over enig ander instrument om in de nacht te schieten, maar het gaat hier dus om een inrichtingseis, die aan het wapen is gesteld.
Nachtzichtapparatuur mag alléén op het geweer gemonteerd zitten als men beschikt over een ontheffing van de provincie waarin het gebruik is toegestaan, dit kan ook overdag zijn. De provinciale ontheffing staat dus alleen afschot met nachtzicht toe van in de ontheffing met name genoemde diersoorten.
Diersoorten waarvoor geen ontheffing is mogen dus NIET met de zgn.dual purpose kijker op het geweer gemonteerd geschoten worden, niet in de nacht en ook NIET overdag.
Samengevat mag men momenteel zowel overdag als ’s nachts géén dual purpose kijker gebruiken bij het afschot op basis van:
- de jacht op wildsoorten
- de landelijk vrijstelling (Vos, Konijn, Zwarte Kraai, Kauw, Canadese Gans)
- de oude provinciale opdracht (Rosse stekelstaart, Nijlgans)