Veel gestelde vragen wapens

image_pdfimage_print

Vragen wapens en munitie

Ja, dit geldt vooral voor de jachthouders met een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit deze moeten nu ook kunnen aantonen bij de aanvraag van hun omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit, dat ze lid zijn van een WBE, dit geldt alleen voor de jachthouders die als samenwerkende jachthouder lid zijn van een WBE en waar dus de WBE geen jachthouder is.

Hiervoor hebben wij een nieuw formulier gemaakt dat de WBE verstrekt aan haar zelfstandige jachthouders, waarin zij aangeeft dat de betrokken jachthouder lid is van hun Wbe.

Verklaring lidmaatschap Wbe samenwerkende jachthouders

Daar waar de Wbe de jachthouder is (inbreng jachtrechten) is de 1-4 Toestemming wildbeheereenheid -buiten-gezelschap-jachthouder BAL digitaal voldoende om een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit aan te vragen.

Voor het praktijkexamen dien je op de dag van het praktijkexamen minimaal 16 jaar of ouder te zijn omdat je dan geen praktijk examen met het geweer mag doen. Voor het theoretisch gedeelte staat geen leeftijd genoemd.

Voor een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit moet je tenminste 18 jaar of ouder zijn.

Examenreglement 2017

Je mag in principe maar zes wapens op je omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit hebben. Als je meer wapens nodig hebt moet je kunnen aantonen dat deze noodzakelijk zijn voor de Jacht, Beheer en Schadebestrijding en er dus een redelijk belang aanwezig is.

Je mag ook zes wapens als medegebruik op je omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit hebben staan. Deze mag je alleen maar gebruiken in het jachtveld en of kleiduivenbaan en dienen direct na het gebruik naar de hoofdhouder van het wapen gebracht te worden voor de opslag, je mag deze wapens dus niet thuis in de wapenkast opslaan.

(Artikel 43 Regeling wapens en munitie)

In de Circulaire wapens en munitie 2019 (CWM 2019) is bepaald dat jachtaktehouders waarop een hagelgeweer is vermeld ook de bijbehorende (categorie III) lood- en zinkhagelmunitie (zonder extra aantekening) voorhanden mogen hebben (bijvoorbeeld ter uitoefening van de jacht of de beoefening van de schietsport in het buitenland).

Let echter wel op de volgende beperkingen:

Het gebruik van lood- en zinkhagel is niet toegestaan bij het schieten op kleiduiven in Nederland (Besluit kleiduivenschieten Wet milieugevaarlijke stoffen 1))
Op grond van Artikel 11.79 (specificaties geweren en munitie) is het voorhanden hebben en het gebruik van loodhagel niet toegestaan bij de uitoefening van de jacht, beheer- en/of schadebestrijding.

Op grond van pt 252 CWM 2019 en ieder – aan wie een verlof of jachtakte is verleend voor het voorhanden hebben van een hagelgeweer en de bijbehorende (categorie III) munitie – mag op grond van deze vergunning (zonder extra aantekening) lood- en zinkhagelmunitie voorhanden hebben (bijvoorbeeld ter uitoefening van de jacht of de beoefening van de schietsport in het buitenland). is het toegestaan om loodhagel thuis voorhanden te hebben en te vervoeren naar de jacht (of de schietbaan) in het buitenland. Loodhagel is echter in Nederland niet toegestaan in het jachtveld en op de kleiduiven schietbaan.

Indien je zoon thuis woont mag je op grond van zijn respectievelijke wapenverlof of jachtakte, waarmee zij bevoegd zijn tot het voorhanden hebben van alle binnen het huishouden aanwezige vuurwapens, dan mogen deze vuurwapens in dezelfde kluis worden bewaard. Dan moeten deze wapens als hoofdgebruiker of als medegebruiker op de jachtakte of wapenverlof zijn vermeld.
Dit geldt niet, wanneer je zoon, op grond van zijn jachtakte/wapenverlof, bevoegd is tot het voorhanden hebben van verschillende wapens.

Circulaire wet wapens en munitie paragraaf 8.4

De koper vraagt d.m.v. een volledig ingevuld Aanvraag voorhanden hebben (vuur)wapens (WM3-versie-2022 digitaal invulbaar) bij de politie ( afdeling Korpscheftaken) om het wapen bij te schrijven op zijn jachtakte. De Politie beoordeeld dan de aanvraag en schrijft het bij op de jachtakte, en levert daarbij het afgestempelde WM3 in bij de verkoper, waarmee deze dan het wapen van zijn jachtakte kan laten afschrijven bij de afdeling Korpscheftaken waar hij zijn jachtakte aanvraagt.

De koper toont ter controle het wapen bij de politie (afdeling Korpscheftaken) in zijn woonplaats, nadat hij hiervoor een afspraak heeft gemaakt.

Deze wijze geldt ook wanneer een jager een wapen koopt bij een wapenhandelaar.

Download: (WM3-versie-2022 digitaal invulbaar)

Een Omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit houder die regelmatig wil oefenen kan wettelijk op basis van de jachtakte naar een schietcentrum gaan en daar oefenen. Hij hoeft hiervoor geen lid van een schietvereniging of van de KNSA te zijn. Hij kan indien hij lid is van de schietvereniging of op uitnodigen deelnemen aan een interne schietwedstrijd op basis van zijn Omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit.

Artikel 11.79 BAL (specificaties geweren en munitie) geeft hierover een opsomming welke gebruikt mogen worden.

Artikel 11.79 BAL
1. Een geweer en munitie worden ter uitvoering van de wet alleen gebruikt als is voldaan aan de eisen, bedoeld in dit artikel en in de artikelen 11.80 en 11.81.
2. Een geweer heeft een gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12 of een
getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste .22 inch of 5,58 mm.
3. Een enkelloops hagelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten.
4. Een kogelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is
voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.
5. Een geweer is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening
om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument om in de nacht te schieten.
6. De munitie die wordt gebruikt in een geweer bestaat uit hagelkorrels met een doorsnede van 3,5 mm of minder of uit kogelpatronen, mits:
a. de hagelkorrels geen metallisch lood bevatten; en
b. de kogelpatronen geen militaire kogelpatronen zijn, met inbegrip van fosfor of
lichtspoorpatronen, kogelpatronen met volmantel of kogels die niet vervormen bij het treffen.

In een omgevingsvergunning van de provincie kan hiervan afgeweken worden voor bepaalde diersoorten, zoals wild zwijn, vos zoals het gebruik van een kunstmatige lichtbron, helderheidversterker, warmtebeeld kijker of voorzetkijker, het gebruik van zgn Brenneke patronen voor wilde zwijnen op korte afstand en de kalibers 222 en 223 voor het schieten van frishlingen.

In artikel 11.80 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) wordt aangegeven welke wapens en munitie gebruik mag worden.

Artikel 11.80 (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de
volgende eisen:
a. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
b. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergie
ten minste 2.200 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
2. Voor konijnen en houtduiven te gebruiken kogelpatronen hebben een kaliber van .22 inch of 5,58 mm.
3. Voor hazen, fazanten en wilde eenden worden alleen hagelpatronen gebruikt.

Tevens kan in een ontheffing van de provincie ook andere munitie voor hagelgeweren worden toegestaan zoals de zgn Brenneke patronen voor de jacht op wilde zwijnen

Artikel 11.83 (verboden tijden en locaties gebruik van het geweer)
1. Het geweer wordt niet gebruikt:
a. voor zonsopgang en na zonsondergang;
b. binnen de in een omgevingsplan aangewezen bebouwingscontour jacht, bedoeld in artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving, of op terreinen die onmiddellijk aan die bebouwingscontour grenzen;
c. binnen de afpalingskring van een eendenkooi als bedoeld in artikel 11.86, vierde lid;
d. vanaf of vanuit een rijdend voertuig; of
e. vanuit een luchtvaartuig.
2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, mag het geweer bij de uitoefening van de jacht op wilde eenden ook worden gebruikt gedurende een half uur voor zonsopkomst en een half uur na zonsondergang.
Artikel 11.84 (verboden locaties dragen van het geweer)
1. Een geweer of een gedeelte van een geweer wordt niet in het veld gedragen als de drager geen
houder van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweer activiteit is, tenzij de drager om een
andere reden het recht heeft daar een geweer te gebruiken.
2. De houder van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweer activiteit draagt geen geweer op
gronden waarop hij niet het recht heeft een geweer te gebruiken.

In een provinciale omgevingsvergunning kan ook hier weer van worden afgeweken, dit staat in de omgevingsvergunning of de machtiging van de betreffende faunabeheereenheid aangegeven.

In de circulaire wapens en munitie staat dat men een “ redelijk belang” moet hebben voor het bijschrijven van een groot kaliberbuks.

Iemand die schriftelijk kan aantonen dat hij betrokken is bij schadebestrijding van bijvoorbeeld de vos, die landelijk aangewezen is. als een vergunningvrij gevallen diersoort in Artikel 11.57 BAL (aanwijzing vergunningvrije gevallen andere soorten in ministeriële regeling), kan daarmee aantonen dat hij een redelijk belang heeft.

Een semi-automatisch wapen is een vuurwapen dat af te vuren is zonder tussen de schoten een handeling uit te voeren waardoor de kogel afgevuurd kan worden.
De wet stelt eisen aan de geweren die mogen worden gebruikt:

  • een enkelloops hagelgeweer met een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten;
  • een kogelgeweer met een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.

Semi-automatische wapens zijn dus toegestaan, mits ze aan bovengenoemde eisen voldoen.

Artikel 11.79 BAL (specificaties geweren en munitie)
lid 3. Een enkelloops hagelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten.
lid 4. Een kogelgeweer heeft een magazijn dat ten hoogste twee patronen kan bevatten, tenzij het is
voorzien van een grendelinrichting waarmee het wapen handmatig schot voor schot wordt geladen.

Neen, de grondgebruiker mag niet met een luchtbuks op een kraai of houtduif schieten, omdat hij dan een geweer gebruikt, dat niet aan de wettelijke specificaties van Artikel 11.79 BAL voldoet

Gebruik luchtdrukwapen is nu verbonden aan een omgevingsvergunning ook in een gebouw.
zie de toelichting op het Besluit Activiteiten Leefomgeving
Onder het begrip «geweer», zoals gebruikt in de wet en in de onderhavige artikelen, moeten ook luchtdrukgeweren worden begrepen. In bepaalde gevallen, zoals het doden van vogels binnen gebouwen, is het luchtdrukgeweer een geschikt middel. In die gevallen is – naast omgevingsvergunning van het verbod op het doden van vogels – ook omgevingsvergunning van het verbod op het gebruik van andere geweren dan hagel- en kogelgeweren en in voorkomend geval het verbod op het gebruik van het geweer binnen de bebouwde kom benodigd. Artikel 11.84 lid 1 BAL

Artikel 11.81 BAL (afwijking bestrijding muskusratten en beverratten)
In afwijking van de artikelen 11.79 en 11.80 kan voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken, bestrijding van muskus en beverratten plaatsvinden met gebruikmaking van
het luchtdrukgeweer door personen die in dienst zijn of handelen in opdracht van een waterschap
en die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezitten om deze taak doeltreffend uit te
voeren.

Het gebruik van het geweer is ook gebonden aan de bepalingen van de Wet wapens en munitie. Uit dien hoofde gelden er bijvoorbeeld ook regels over het dragen, vervoeren en opbergen van het wapen. De regels van de Wet wapens en munitie kunnen verschillen al naar gelang de categorie wapens waartoe het geweer behoort. Het hagelgeweer en het kogelgeweer zijn in de Wet wapens en munitie wapens van categorie III, het luchtdrukgeweer is een wapen van categorie IV.

Artikel 11.75 BAL  geeft de toegestane activiteiten met geweren aan
1. Een geweer wordt ter uitvoering van de wet alleen gebruikt voor:
a. de uitoefening van de jacht;
b. het verrichten van een flora en fauna activiteit die betrekking heeft op het doden van dieren in
overeenstemming met de daarvoor verleende omgevingsvergunning of in overeenstemming met de
omgevingsverordening of ministeriële regeling waarbij op grond van dit hoofdstuk vergunningvrije
gevallen zijn aangewezen;
c. het bestrijden van exoten of verwilderde dieren, als dat in opdracht van Onze Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of van gedeputeerde staten gebeurt, of als de betrokken
diersoorten zijn aangewezen bij ministeriële regeling;
d. het bestrijden van de zwarte rat, de bruine rat of de huismuis;
e. het schieten van kleiduiven; of
f. jachthondenproeven.
2. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder f, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een jachtgeweeractiviteit te verrichten, geldt niet in bij omgevingsverordening aangewezen gevallen. Bij de aanwijzing wordt rekening gehouden met de belangen van de natuurbescherming, veiligheid, gezondheid en het milieu. Vergunningvrije gevallen worden aangewezen bij ministeriële regeling als Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd gezag is als bedoeld in artikel 11.25, eerste lid.

Een vuistvuurwapen behoort in Nederland niet tot de toegelaten jachtmiddelen en daarom mag een dergelijk wapen niet op de jachtakte vermeld worden.

Alleen voor jagers die ook sportschutter zijn en dus hiervoor een verlof hebben, is er een mogelijkheid een vuistvuurwapen in Duitsland te voeren. Men maakt dan gebruik van het Europees vuurwapen paspoort.

Er is geen regelgeving die toestaat dat u een handvuurwapen voor de jacht mag meenemen naar Duitsland.

CMW 2019

Nee, dat mag je niet, alleen wanneer je als medewerker van een organisatie, waar je vaak een geweer moet gebruiken, dan kun je als gevolg van de arbo-wet een geluidsdemper aanvragen voor je geweer, via je organisatie waar je werkzaam bent (zoals Bijv.Staatsbosbeheer etc.), bij de afdeling Korpscheftaken.

Verder heeft de Hoge Raad in een uitspraak in 2019 aangegeven dat dit niet is toegestaan voor de normale jachtaktehouders. alleen op een omgevingwetvergunning

Ja, ingevolge Artikel 11.84 (verboden locaties dragen van het geweer) 1. Een geweer of een gedeelte van een geweer wordt niet in het veld gedragen als de drager geen houder van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweer activiteit is, tenzij de drager om een andere reden het recht heeft daar een geweer te gebruiken. 2. De houder van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweer activiteit draagt geen geweer op gronden waarop hij niet het recht heeft een geweer te gebruiken.. De politie is als toezichthouder in de Wet natuurbescherming aangewezen en kan ingevolge artikel 5.17 lid 1. Algemene Wet bestuursrecht inzage vorderen van uw jachtakte. Het op de persoon aanwezig hebben van de jachtakte is niet vereist, je moet immers beschikken over een geldige jachtakte, dus als die in de auto ligt is dat vaak ook voldoende. Je moet je wel kunnen identificeren dat is verplicht, hierop kan de politie dan controleren of je in bezit bent van een geldige jachtakte in haar systeem. Artikel 4.7 Algemene Wet bestuursrecht

Artikel 11.80 (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de
volgende eisen:
a. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop
waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
b. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en
kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergi e
ten minste 2.200 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.

Het voorhanden hebben van deze geweren wordt gedekt door uw omgevingswetvergunning jachtgeweeractiviteit. Artikel 11.75 (toegestane activiteiten met geweren);
1. Een geweer wordt ter uitvoering van de wet alleen gebruikt voor:
a. de uitoefening van de jacht;
b. het verrichten van een flora en fauna activiteit die betrekking heeft op het doden van dieren in
overeenstemming met de daarvoor verleende omgevingsvergunning of in overeenstemming met de
omgevingsverordening of ministeriële regeling waarbij op grond van dit hoofdstuk vergunningvrije
gevallen zijn aangewezen;
c. het bestrijden van exoten of verwilderde dieren, als dat in opdracht van Onze Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of van gedeputeerde staten gebeurt, of als de betrokken
diersoorten zijn aangewezen bij ministeriële regeling;
d. het bestrijden van de zwarte rat, de bruine rat of de huismuis;
e. het schieten van kleiduiven; of
f. jachthondenproeven.
2. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder f, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een jachtgeweeractiviteit te verrichten, geldt niet in bij omgevingsverordening aangewezen gevallen. Bij de aanwijzing wordt rekening gehouden met de belangen van de natuurbescherming, veiligheid, gezondheid en het milieu. Vergunningvrije gevallen worden aangewezen bij min isteriële regeling als Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd gezag is als bedoeld in artikel 11.25, eerste lid.

Het is in Nederland in principe niet toegestaan om een wapen te hanteren, dat niet op de eigen omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit staat. Er zijn echter situaties waarin het wenselijk is dat gebruik wordt gemaakt van wapens die op de naam van iemand anders zijn geregistreerd. Zo’n geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer zoon of dochter gaat studeren en in een studentenhuis gaat wonen. Het verdiend dan vaak de voorkeur om het wapen veilig bij de jagende ouders thuis op te slaan. Wanneer er voldoende wordt geoefend, door beide gebruikers kan het ook een oplossing zijn om bijvoorbeeld samen te doen met één kogelbuks voor het afschot van grofwild.

Medegebruik van wapens is toegestaan, mits aan enkele strikte voorwaarden wordt voldaan. CMW 2019 vermeld daarover het volgende:Gemeenschappelijk gebruik van wapens. Daarom moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

1. Slechts één verlof- c.q. omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouder (A) is bevoegd het wapen thuis te bewaren (voorhanden te hebben). Dit houdt in dat de andere verlof- c.q. omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouder (B) die het wapen op zijn verlof respectievelijk omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit vermeld heeft staan, het wapen – alvorens hij dit gaat gebruiken voor het doel waarvoor hem een verlof respectievelijk een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit is verleend – eerst bij A moet ophalen om het na gebruik terstond weer bij A terug te brengen;

2. De verschillende verloven c.q. omgevingsvergunningen jachtgeweeractiviteit moeten ten aanzien van het gemeenschappelijk wapen onderling naar elkaar verwijzen en moeten aangeven wie van de verlof- c.q. omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteithouders bevoegd is het wapen thuis te bewaren;

Een wapen dat vermeld staat op twee verloven of omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteitn telt bij de A-houder (dit is dus degene die het wapen voorhanden heeft op het moment dat het wapen niet gebruikt wordt voor de beoefening van de schietsport of de uitoefening van de jacht door de B-houder) mee voor het maximum aantal wapens dat hij of zij (op grond van artikel 43 van de RWM) voorhanden mag hebben.Bij de B-houder (dit is dus degene die het wapen leent van de A-houder en na gebruik terstond weer bij A terug brengt) telt het wapen niet mee voor de bepaling van het maximum aantal wapens dat hij of zij voorhanden mag hebben. Het aantal wapens dat met gebruikmaking van deze constructie op een verlof c.q. omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit mag worden vermeld bedraagt maximaal 10 voor een verlof en maximaal 12 vuurwapens voor een omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit.

In het kort betekent dit dat een wapen door een ander gebruikt mag worden, mits dat op de omgevingsvergunning is vermeld. Het wapen mag echter alleen opgeslagen worden bij de A-houder. De medegebruiker (B) mag het wapen voor de jacht bij de A-houder ophalen en moet het terstond na de jacht weer bij de A-houder terugbrengen. De B-houder mag het wapen dus nooit in huis bewaren (ook niet in de kluis!)!!!

Zie hiervoor ook het formulier: Digitaal invul Toestemming-medegebruik-Jachtwapen

Circulaire Wapens en Munitie 2019

Iemand die schriftelijk kan aantonen dat hij betrokken is bij schadebestrijding van bijvoorbeeld de vos, die landelijk aangewezen is. als een vergunningvrij gevallen diersoort in Artikel 11.57 BAL (aanwijzing vergunningvrije gevallen andere soorten in ministeriële regeling), kan daarmee aantonen dat hij een redelijk belang heeft om een kogelgeweer te bezitten.

Artikel 11.80 BAL (specificaties geweren en munitie voor bepaalde diersoorten)
1. Voor dieren van de volgende soorten voldoen de te gebruiken geweren en munitie ook aan de
volgende eisen:
a. reeën: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt; en
b. edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste een getrokken loop en kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 mm voor getrokken loop waarvan de trefenergie
ten minste 2.200 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
2. Voor konijnen en houtduiven te gebruiken kogelpatronen hebben een kaliber van .22 inch of 5,58 mm.
3. Voor hazen, fazanten en wilde eenden worden alleen hagelpatronen gebruikt.

Ja, in Artikel 11.79 lid 6 BAL (specificaties geweren en munitie) is bepaald: 6. De munitie die wordt gebruikt in een geweer bestaat uit hagelkorrels met een doorsnede van 3,5 mm of minder of uit kogelpatronen, mits: a. de hagelkorrels geen metallisch lood bevatten; en

Artikel 11.79 lid 5 BAL (specificaties geweren en munitie) geeft hier het navolgende over aan;

5. Een geweer is niet voorzien van een geluiddemper, een kunstmatige lichtbron, een voorziening
om de prooi te verlichten, een viz ier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig
ander instrument om in de nacht te schieten.

Dit betreft dus een inrichtingseis aan het wapen. Weliswaar wordt gesproken over enig ander instrument om in de nacht te schieten, maar het gaat hier dus om een inrichtingseis, die aan het wapen is gesteld.

Nachtzichtapparatuur mag alléén op het geweer gemonteerd zitten als men beschikt over een omgevingsvergunning van de provincie waarin het gebruik is toegestaan, dit kan ook overdag zijn. De provinciale ontheffing staat dus alleen afschot met nachtzicht toe van in de ontheffing met name genoemde diersoorten.

Diersoorten waarvoor geen ontheffing is mogen dus NIET met de zgn.dual purpose kijker op het geweer gemonteerd geschoten worden, niet in de nacht en ook NIET overdag.

Samengevat mag men momenteel zowel overdag als ’s nachts géén dual purpose kijker zonder omgevingsvergunning gebruiken bij het afschot op basis van:

  1. de jacht op wildsoorten
  2. de landelijk vrijstelling (Vos, Konijn, Zwarte Kraai, Kauw, Canadese Gans)
  3. de oude provinciale opdracht (Rosse stekelstaart, Nijlgans)

Europese vuurwapenpas (EVP) aanvragen

Wilt u met uw vuurwapen reizen binnen de Europese Unie (EU)? Bijvoorbeeld om buiten Nederland te jagen of voor de schietsport? Dan heeft u een vergunning (consent) van de Douane nodig. Of u kunt een Europese vuurwapenpas aanvragen. Hiermee kunt u in het buitenland bewijzen dat u toestemming heeft om het wapen te bezitten. U hoeft dan geen consent te hebben.

Voorwaarden Europese vuurwapenpas (EVP)
U kunt een Europese vuurwapenpas aanvragen als u al een Nederlandse wapenvergunning voor sportschutters (wapenverlof), of een jachtakte heeft.

Hiervoor is geen apart formulier, want dit wordt opgemaakt a.d.h.v. je jachtakte gegevens en de daarop vermelde wapens. Dit EVP dient aangevraagd te worden bij de politie die ook de jachtakte verstrekt en dient daar ook jaarlijks te worden verlengd. Het EVP toont aan dat u het wapen legaal bezit en is het vervoersbewijs van de wapens voor de landen van de EU.

Het opstellen van een EVP is handwerk. Controleer daarom nadrukkelijk of de juiste wapens op de juiste wijze zijn opgenomen. Het voorkomt grote problemen bij grenscontrole!

Naast het hebben van een EVP dient men altijd het doel van de reis te kunnen aantonen (jachtuitnodiging, jachtakte). Ook munitie mag voor de meegenomen wapens worden getransporteerd.