Provincie Overijssel bepleit herinvoering vergunning voor afschot winterganzen in beschermde natuurgebieden

image_pdfimage_print

De provincie Overijssel verzoekt de Raad van State om een eerder vernietigde natuurvergunning voor het afschot van winterganzen in negen Natura 2000-gebieden alsnog geldig te verklaren. De provincie stelt dat het afschot geen significante schade toebrengt aan de ecologische waarden van de betrokken natuurgebieden.

De desbetreffende vergunning, verstrekt aan de Faunabeheereenheid Overijssel, stond het afschieten van verschillende ganzensoorten toe binnen en rondom gebieden zoals de Sallandse Heuvelrug, Zwarte Water, Weerribben, De Wieden en de uiterwaarden van Zwarte Water en Vecht. Deze soorten veroorzaken volgens de provincie substantiële schade aan landbouwgronden.

De rechtbank in Zwolle vernietigde de vergunning eerder na bezwaren van onder meer Faunabescherming en Vogelbescherming Nederland. Zij betoogden dat het afschot van ganzen andere beschermde vogelsoorten zou kunnen verstoren en verjagen. Bovendien concludeerde de rechtbank dat het ecologisch onderzoek waarop de vergunning was gebaseerd, onvoldoende waarborgen bood om negatieve effecten op de natuur uit te sluiten.

De provincie blijft echter van mening dat het onderzoek voldoet aan de wettelijke vereisten en dat er geen sprake is van een wezenlijk risico voor de instandhoudingsdoelstellingen van de betreffende Natura 2000-gebieden. Ter onderbouwing verwijst zij naar een eerdere uitspraak van de Raad van State inzake een vergelijkbare situatie in Friesland, waarin afschot wel werd toegestaan.

De Raad van State stelde tijdens de zitting echter kritische vragen over deze vergelijking en wees erop dat de provinciale vertegenwoordiging nagelaten heeft concreet te onderbouwen waarom het oordeel van de Zwolse rechtbank onjuist zou zijn. Een dergelijke onderbouwing is essentieel binnen een hoger beroep.

De uitspraak van de Raad van State wordt over zes weken verwacht.