Uitnodiging Symposium “Alles weten over ganzen in wetenschap en praktijk”

image_pdfimage_print
Ganzen in morgenzon

Kom naar het symposium op dinsdagmiddag 1 oktober 2024 in Amersfoort!

Aanmelden is verplicht.

Meld je aan via de volgende link:

Het programma loopt van 12:30-17:00 en wordt nog inhoudelijk uitgewerkt. Het definitieve programma worden op een later moment gedeeld.  De bijeenkomst wordt georganiseerd door de Werkgroep AEWA Ganzenaanpak en richt zich op (internationale) kennisontwikkeling en vertaling hiervan naar de praktijk.

Doelgroep: iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met ganzen, o.a. medewerkers en vertegenwoordigers vanuit de agrarische sector, jagers, provincies, waterschappen, natuurbeheerders, enz.

Voorlopige sprekers :

  • Bart Nolet, onderzoeker 
  • Gerben Mensink, provincie Fryslân en voorzitter van de Werkgroep AEWA Ganzenaanpak 
  • Ida van Ommeren, BIJ12 
  • Monique de Jager, onderzoeker 
  • Nelleke Buitendijk, onderzoeker 
  • Patty Laan, Faunabeheereenheid Noord-Holland

Dagvoorzitter: Reinier Enzerink

Het is dus van groot belang dat deze bijeenkomsten worden bijgewoond door leden van de NOJG die betrokken zijn bij het ganzenbeheer in hun provincie.

Nadere informatie, wat is AEWA etc?

De Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds (AEWA) is een belangrijke internationale overeenkomst, opgericht in 1995, gericht op de bescherming van migrerende watervogels in Afrika en Eurazië. Het AEWA-verdrag wordt beheerd door het United Nations Environment Programme (UNEP) en komt voort uit de Convention on Migratory Species (CMS). Nederland speelt een leidende rol als medeoprichter van dit verdrag, net als de Europese Unie, die ook partij is.

 

Het doel van AEWA is om overheden en stakeholders samen te brengen voor een gecoördineerde aanpak van de bescherming en het beheer van migrerende watervogels en hun leefgebieden langs hun migratieroutes.

European Goose Management Platform (EGMP)

Een belangrijk onderdeel van AEWA is het European Goose Management Platform (EGMP). Dit platform is ontstaan uit de bezorgdheid over de groei van populaties grauwe ganzen en brandganzen, die buiten proportie leek te worden. Het EGMP werd opgericht in 2016, na een besluit van de Zesde Vergadering van Verdragsstaten in 2015. Dit platform is gericht op een duurzame en gecoördineerde bescherming, beheer en benutting van ganzenpopulaties gedurende hun hele migratie traject, van broedgebieden tot overwinteringsgebieden. Naast de grauwe gans en de brandgans worden ook de kleine rietgans en de taigarietgans door het platform beheerd.

Het EGMP streeft ernaar om ganzenpopulaties in een gunstige conservatie status te behouden, waarbij ook rekening wordt gehouden met ecologische, economische en recreatieve belangen. Voor EU-lidstaten zijn de bepalingen van de Vogelrichtlijn hierbij leidend.

Internationale beheersplannen

AEWA kent International Single Species Action Plans (ISSAP), die voor een periode van 10 jaar beschrijven welke internationaal afgestemde maatregelen nodig zijn om de populatie van een bepaalde soort beter te beschermen. Ook zijn er International Single Species Management Plans (ISSMP), gericht op het beheer van soorten die conflicteren met ecologische, economische of recreatieve belangen. Tot nu toe zijn er 26 ISSAP’s en 3 ISSMP’s vastgesteld.

De ISSMP’s vormen de basis voor coördinatie tussen verschillende belanghebbende partijen om doelen te stellen met betrekking tot de bescherming en het beheer van ganzen, zoals het handhaven van populaties op een acceptabel niveau en het minimaliseren van maatschappelijke overlast zoals landbouwschade en risico’s voor de volksgezondheid.

Adaptive Flyway Management Programma’s en Gunstige Referentie gegevens

De ISSMP’s leiden tot Adaptive Flyway Management Programmes (AFMP), die acties per soort en per managementunit (MU) specificeren. Voor elke soort wordt een Favourable Reference Value (FRV) vastgesteld, die een meetbare invulling is van de gewenste conservatiestatus. Dit omvat drie factoren: populatieomvang, verspreiding en beschikbaarheid van geschikt habitat. De FRV moet boven de Minimum Viable Population (MVP) liggen om de soort in stand te houden.

Juridische status van AEWA

De juridische status van AEWA en de FRV’s is belangrijk voor het huidige faunabeleid. De ISSMP’s en AFMP’s zijn gebaseerd op inspanningsverplichtingen en geen resultaatsverplichtingen. Dit betekent dat lidstaten zich inspannen om de afspraken na te komen, maar niet strikt verplicht zijn om gespecificeerde resultaten te bereiken.

AEWA en het Nederlandse beleid

Nederland heeft zich gecommitteerd aan de AEWA-aanpak, waarbij de focus ligt op schadepreventie en het waarborgen van een gezonde populatie van ganzen. Specifieke Gunstige Referentie Populaties (GRP) zijn vastgesteld voor de grauwe gans en brandgans. Er is een verdeling van deze GRP’s over de provincies nodig om het populatiebeheer effectief te coördineren.

Concluderend speelt AEWA een cruciale rol in het internationale beheer van ganzenpopulaties, waarbij samenwerking en balans tussen ecologische, economische en sociale belangen centraal staan. Het succes van deze inspanningen is afhankelijk van de samenwerking tussen landen en de toepassing van gezamenlijk opgestelde beleid en managementplannen.

Adaptief Beheer van Grauwe Gans en Brandgans: Internationale Beheerplannen en Nederlandse Aanpak
Achtergrond

Onder de Europese Goose Management Platform van AEWA (EGMP) zijn internationale beheerplannen ontwikkeld voor de grauwe gans en de brandgans. Deze plannen zijn gericht op de internationale bescherming van deze soorten en de aanpak van door hen veroorzaakte problemen, met als doel een duurzaam behoud van de populaties. De plannen zijn in eind 2018 goedgekeurd en worden nu uitgewerkt in konkrete werkplannen.

Uitdagingen

Een belangrijke uitdaging binnen deze plannen is het ontwikkelen van beheerafspraken per trekroute, gezien de verschillende nationale benaderingen van jacht en schadebestrijding. Om deze afspraken te onderbouwen, zijn betrouwbare populatie- en afschotdata van wezenlijk belang. 

Adaptief Beheer

Het concept van adaptief beheer houdt in dat het beheer van de populaties (jacht en schadebestrijding) periodiek geëvalueerd en aangepast kan worden op basis van actuele gegevens. Dit Adaptive Flyway Management Programma stelt de betrokken landen in staat om flexibele maatregelen te treffen en te zorgen voor een gezonde staat van de ganzenpopulaties. 

Populatie-informatie en FRV’s

Een cruciaal aspect in dit beheer is inzicht in de populaties per trekroute. Hoewel de EU Vogelrichtlijn geen expliciet begrip hanteert voor de Staat van Instandhouding (SVI), wordt dit wel gebruikt in de context van AEWA. Voor de bepaling van SVI zijn zogenaamde Favourable Reference Values (FRV’s) noodzakelijk. Deze waarden zijn gebaseerd op de populatiegrootte, het areaal en het habitat, waarbij een systematiek is toegepast die ook de EU Habitatrichtlijn aanhaalt. 

Nationale Aanpak in Nederland

In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor het ganzenbeheer bij de provincies, die moeten zorgen voor een strategie die in lijn is met de internationale afspraken. Dit gebied van schadebestrijding moet ervoor zorgen dat er flexibele afschotmaatregelen kunnen worden getroffen, gepaard gaande met de nodige afstemming tussen beleidsvorming en uitvoerende praktijken.   

Sovon Vogelonderzoek Nederland heeft, op verzoek van de Nederlandse Werkgroep AEWA-aanpak (WAG), gewerkt aan adviezen om de FRV’s voor zowel de grauwe gans als de brandgans vast te stellen. Deze adviezen zijn inmiddels onder de aandacht van AEWA gebracht. De WAG heeft de voorgestelde FRV’s vergeleken met eerdere bestuurlijke afspraken over het beleid ten aanzien van ganzen in Nederland. 

Bijdrage van Sovon

Sovon gebruikte gegevens uit diverse bronnen, waaronder atlasgegevens, om de FRV’s te bepalen. De methodieken om FRV’s te onderbouwen zijn nog in ontwikkeling, en AEWA fungeert als richtlijn voor de ecologische vereisten. De FRV’s stellen een minimaal ecologisch criterium vast om te waarborgen dat de soorten hun rol in ecosystemen kunnen vervullen.

Interpretatie van FRV’s

In het kader van het adaptief beheer worden de FRV’s gebruikt als beschermingsinstrumenten. Ze zijn niet bedoeld als ambitieuze streefdoelen voor populatiegroei, maar als een veiligheidsnet om te voorkomen dat het omgang met ganzen leidt tot ongunstige instandhoudingsstatussen. Dit geldt voor zowel de grauwe gans, waarvoor een streefpopulatieniveau in de toekomst is voorzien, als voor de brandgans, waar de FRV’s dienstdoen als een referentiekader voor het toepassen van uitzonderingen onder de Vogelrichtlijn.

Bij beide soorten wordt in beheersmaatregelen niet alleen gekeken naar aantallen, maar ook naar het areaal en de kwaliteit van hun habitat, wat fundamenteel is voor een gezonde en duurzame populatie. 

Conclusie

Het adaptief beheer van de grauwe gans en de brandgans in Nederland, geïntegreerd met internationale beleidsplannen, biedt een model voor de duurzame bescherming en het beheer van deze belangrijke soorten. Door te voorzien in circulaire evaluatie en bijstelling van beheerstrategieën, is er een duidelijke weg vooruit in het effectief omgaan met deze taxa, rekening houdend met zowel ecologische als maatschappelijke belangen. Adaptief beheer als uitwerking van de Internationale Beheerplannen van AEWAvoor de grauwe gans en de brandgans.