bron: Omroep Gelderland
Hoe jacht en natuur samen het landschap vormen
Zonder de invloed van de jacht zou de Veluwe er vandaag de dag heel anders uitzien. Hoewel veel mensen de begrippen ‘jacht’ en ‘natuur’ als tegenpolen beschouwen, blijken ze in werkelijkheid nauw met elkaar verweven. Dit wordt gesteld door Eugenie van Heijgen, onderzoeker aan Wageningen Universiteit, in haar proefschrift over de relatie tussen mens en natuur.
De verwevenheid van mens en natuur
Volgens Van Heijgen worden discussies rondom de jacht vaak gekleurd door negatieve associaties, bijvoorbeeld met ‘plezierjacht’, en het idee dat jagen niet thuishoort in natuurgebieden. “De natuur zoals wij die in Nederland kennen – denk aan de Veluwe en de dieren die er leven – is voor een belangrijk deel gevormd door jachtactiviteiten, zowel in het verleden als nu,” legt Van Heijgen uit.
Het ontstaan van het ‘jachtlandschap’
Het is geen verrassing dat menselijk handelen invloed heeft op het landschap, maar Van Heijgens onderzoek laat zien hoe diep die invloed werkelijk reikt. Ze introduceert de term ‘jachtlandschap’ om gebieden als de Veluwe te beschrijven. “Het is alsof je een speciale bril opzet om naar de natuur te kijken,” licht ze toe. Veel dieren die wij typisch Veluws vinden, zijn dat niet per definitie altijd geweest. Zo zijn wilde zwijnen bijvoorbeeld pas in het begin van de twintigste eeuw op de Veluwe teruggebracht. Op verzoek van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, werden zwijnen uit Tsjechië en Mecklenburg gehaald en uitgezet in Kroondomein Het Loo, om het Duitse jachtvoorbeeld te volgen.
Ook de huidige edelherten op de Veluwe komen oorspronkelijk uit verschillende delen van Europa. In de negentiende eeuw was de lokale populatie minder indrukwekkend qua formaat. Daarom brachten grootgrondbezitters begin twintigste eeuw edelherten uit andere regio’s naar de Veluwe, in de hoop gezondere dieren met imposante geweien te krijgen. “De edelherten die je nu ziet zijn dus eigenlijk een mix van lokale en geïntroduceerde dieren,” aldus Van Heijgen. Ook hier was de jacht de drijvende kracht achter deze introducties.
De invloed van dieren op het landschap
Rijke landeigenaren beheerden vroeger actief de populaties van herten en zwijnen, en ook tegenwoordig worden de aantallen nauwgezet bijgehouden. Jagers tellen de dieren en bepalen op basis daarvan hoeveel er jaarlijks mogen worden geschoten. De dieren zelf oefenen op hun beurt weer invloed uit op het landschap: zwijnen wroeten in de bodem, wat ruimte schept voor pioniersplanten, maar het jonge loofhout krijgt daardoor minder kans om te groeien. “Dat heeft zowel voordelen als nadelen,” zegt Van Heijgen. “De dynamiek tussen dier en landschap is constant in beweging.”
Jachttraditie en beeldvorming
De eeuwenoude jachttraditie heeft niet alleen het gebied gevormd, maar ook onze blik op de dieren. De fazant is daar een sprekend voorbeeld van. Deze vogelsoort werd ooit geïntroduceerd voor de jacht, maar wordt tegenwoordig door veel natuurbeschermers als ‘exoot’ bestempeld, en daardoor als minder waardevol. Volgens Van Heijgen hangt dit samen met de associatie met de jacht: de fazant wordt gezien als een typisch jachtdier en daardoor minder interessant gevonden.
Een blijvende verbinding
Samengevat zijn de jacht en de natuur van de Veluwe onlosmakelijk met elkaar verbonden. Van Heijgen concludeert: “Mensen voelen zich tegenwoordig minder verbonden met de natuur, wat een bedreiging vormt voor zowel onszelf als andere levensvormen. Jacht kan juist bijdragen aan die verbinding, al blijft het een complexe praktijk met scherpe kanten. Hoe dan ook, de jacht is springlevend en verdient het om serieus genomen te worden als onderdeel van onze relatie met de natuur.”






