In juni 2025 heeft het Europese Hof van Justitie een belangrijke uitspraak gedaan over het beheer van wolven in Europa. De kern van de uitspraak is dat het aantal wolven (de populatie) in een land het belangrijkste criterium is om te bepalen of de soort een “gunstige staat van instandhouding” heeft bereikt. Daarbij mag ook gekeken worden naar wolvenpopulaties in buurlanden, zelfs als die buiten de EU liggen.
Belangrijkste punten voor heel Europa
Populatie als maatstaf: De grootte en gezondheid van de wolvenpopulatie in elk Europees land staan centraal bij het bepalen van de beschermingsstatus.
Geen verplichte aanwezigheid in alle gebieden: Het is niet nodig dat wolven in alle geschikte leefgebieden voorkomen om als “gunstig” te gelden.
Meer ruimte voor beheer: Door de beschermingsstatus van de wolf aan te passen (van streng beschermd naar beschermd), krijgen landen meer mogelijkheden om de populatie actief te beheren, bijvoorbeeld via gereguleerde jacht.
Grensoverschrijdende aanpak: Landen mogen bij hun beoordeling rekening houden met wolven in aangrenzende landen, wat samenwerking bevordert.
Rapportageplicht: EU-lidstaten moeten elke zes jaar rapporteren over de staat van instandhouding van beschermde soorten, waaronder de wolf.
Gevolgen
Deze uitspraak betekent dat Europese landen hun wolvenbeheer meer kunnen afstemmen op de werkelijke situatie ter plaatse en op samenwerking met buurlanden. Het biedt ruimte voor een realistischer en flexibeler beleid, afgestemd op de actuele populatieontwikkelingen en lokale omstandigheden.
Kortom: Het Europese Hof van Justitie geeft landen meer vrijheid en verantwoordelijkheid om het wolvenbeheer aan te passen aan de feitelijke situatie, met als doel een evenwichtige bescherming en beheer van de soort in heel Europa.