Advies over ontwerpbesluit over bescherming van de wolf
Gepubliceerd op 15 september 2025
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 10 september 2025 het advies over het ontwerpbesluit over de bescherming van de wolf vastgesteld. Het advies is op 15 september 2025 op de website gepubliceerd.
De wolf in Nederland
De wolf heeft zich sinds enkele jaren opnieuw gevestigd in Nederland. Dat heeft geleid tot uiteenlopende reacties in de maatschappij. Aan de ene kant zijn er zorgen over incidenten tussen wolven en mensen of (landbouw)huisdieren, zoals schapen en honden. De aanwezigheid van de wolf wordt tegelijk ook wel gezien als een teken van natuurherstel en een bijdrage aan de biodiversiteit. Aanpak incidenten met wolven
Om adequaat op te treden bij incidenten, kan het onder omstandigheden nodig zijn een individuele wolf te vangen om vervolgens een zender aan te brengen en het gedrag van de wolf te volgen. Als uiterst middel kan het nodig zijn een individuele wolf te doden. Met de huidige wet is het al mogelijk om een vergunning te krijgen voor het vangen of doden van een wolf als aan drie criteria is voldaan:
- er bestaat geen andere bevredigende oplossing;
- het is nodig vanwege één van de belangen genoemd in de huidige wet, bijvoorbeeld: de openbare veiligheid; en
- er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven om de wolf als diersoort in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan
Inhoud van het ontwerpbesluit
De beschermingsstatus van de wolf in de Europese Habitatrichtlijn is gewijzigd van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Het ontwerpbesluit implementeert deze wijziging in het nationale recht. Ook worden beoordelingsregels over het vangen van wolven bij ‘probleemsituaties’ en het doden van ‘probleemwolven’ voorgesteld. Daarnaast regelt het ontwerpbesluit dat de goudjakhals de status ‘beschermd’ krijgt, overeenkomstig de Habitatrichtlijn. De goudjakhals had in Nederland nog geen beschermingsstatus. De Afdeling advisering heeft geen opmerkingen over de implementatie van de gewijzigde beschermingsstatus van de wolf en de nieuwe beschermingsstatus van de goudjakhals. Wel heeft de Afdeling advisering opmerkingen over de verhouding tussen de voorgestelde beoordelingsregels en de Habitatrichtlijn, en over de geschiktheid van de regels om het beoogde doel te bereiken.
Beoordelingsregels te ruim
De voorgestelde specifieke beoordelingsregels gaan over het vangen van wolven bij ‘probleemsituaties’ en het doden van ‘probleemwolven’. Het doel is om deze regels te gebruiken bij de invulling van de bestaande wettelijke vereisten voor het verlenen van een vergunning voor het vangen of doden van een wolf. Volgens rechtspraak van het Europees Hof van Justitie over de Habitatrichtlijn moet bij onzekerheid over een gunstige staat van instandhouding van de wolf als beschermde diersoort worden uitgegaan van een ongunstige staat van instandhouding. Aangezien een onderzoeksrapport over de staat van instandhouding van de wolf in Nederland ontbreekt, is een ongunstige staat van instandhouding op dit moment het uitgangspunt. Bij een ongunstige staat van instandhouding mag een wolf alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden gevangen of gedood. Deze uitzondering is beperkt tot gevallen waarin de gevolgen van de maatregel voor de staat van instandhouding van de wolf als beschermde diersoort neutraal zijn. Tegen deze achtergrond zijn de voorgestelde beoordelingsregels op dit moment te ruim. De in het ontwerpbesluit genoemde omstandigheden die aanleiding kunnen zijn voor het vangen of doden van een wolf verschillen sterk naar aard en ernst. Vanwege het uitgangspunt van een ongunstige staat van instandhouding biedt de Habitatrichtlijn alleen ruimte voor het vangen of doden van een wolf in de meest ernstige situaties. De Afdeling adviseert de voorgestelde beoordelingsregels hierop aan te passen.
Geschiktheid beoordelingsregels en koepelvergunningen
In de toelichting bij het ontwerpbesluit wordt niet duidelijk op welke punten het huidige recht in combinatie met het beleid over probleemwolven en probleemsituaties niet toereikend zijn en hoe de voorgestelde regels dat oplossen. Verder maakt de Afdeling advisering opmerkingen over het voorgestelde systeem van ‘koepelvergunningen’. Daarmee wordt het mogelijk om op voorhand vergunningen te verlenen voor het vangen of doden van wolven zonder dat bij de vergunningverlening duidelijk is of aan alle drie de bestaande wettelijke vereisten is voldaan. De Afdeling adviseert, mede gezien het huidige uitgangspunt over de staat van instandhouding van de wolf, geen gebruik te maken van koepelvergunningen, maar alleen van individuele vergunningen.
Handelingsperspectief
Wanneer een gunstige staat van instandhouding van de wolf is bereikt, zullen de mogelijkheden voor het vangen of doden van wolven bij problemen ruimer worden. Op dit moment is een ongunstige staat van instandhouding het uitgangspunt en zijn de mogelijkheden op grond van de Habitatrichtlijn dus beperkt. Conclusie
De Afdeling adviseert de regering het ontwerpbesluit niet te nemen, tenzij het wordt aangepast.






