Het beheer van de zwarte kraai in Zuid-Holland lijkt inderdaad een complex en vertraagd proces te zijn.
Vergunning voor kraaienbeheer
De Omgevingsdienst Haaglanden verwacht pas binnen drie tot vier maanden een vergunning te kunnen verstrekken, hoewel de aanvraag al in januari werd ingediend. Dit heeft te maken met de benodigde onderbouwing van het faunabeheerplan, waaronder onderzoek naar de effecten van kraaien op de weidevogelpopulaties.
Motie aangenomen door Staten
Een meerderheid van de Zuid-Hollandse Staten heeft een motie aangenomen die het provinciebestuur oproept om het broedsucces van weide- en akkervogels te verhogen en de vergunning voor het beheer van de zwarte kraai met spoed te verlenen.

De vertraging heeft echter tot ongenoegen geleid bij partijen zoals de BBB, die vrezen dat de broedperiode van de weidevogels al verloren is door de grote aantallen kraaien en kauwen.
De bezorgdheid van Statenlid Edwin Veldhuijzen is begrijpelijk, vooral omdat de weidevogels nu al twee seizoenen moeite hebben om te overleven door de overmacht aan kraaien. De motie van BBB en VVD roept het provinciebestuur op om snel actie te ondernemen, zodat het broedsucces van weide- en akkervogels niet verder in gevaar komt.
De vertraging heeft te maken met de tijd die nodig was voor het verzamelen van de juiste informatie en het voorbereiden van de vergunning, vooral vanwege de eerdere landelijke vrijstelling. Dit betekent dat er pas later de noodzaak werd gezien om meer specifiek onderzoek te doen naar de effecten van kraaien op de weidevogels, wat nu leidt tot deze vertraging in de vergunningverlening.
Het lijkt erop dat er veel politieke en administratieve obstakels zijn die invloed hebben op het tijdig realiseren van het faunabeheer. Het is te hopen dat de situatie snel kan worden opgelost, zodat het broedseizoen van de weidevogels niet verder in gevaar komt.
Bezwaar tegen vossenbeheer

Ondanks bezwaren van Animal Rights en Fauna4Life, kan de vos dit weidevogelseizoen nog beheerd worden in Zuid-Holland. De provincie verwacht dat de vergunning voor vossenbeheer voorlopig niet beïnvloed wordt door de gang naar de rechter.
De hoogste rechter is van mening dat Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid voldoende hebben onderbouwd dat de ontheffing bijdraagt aan het beschermen van weidevogels en en andere bodembroeders.