Geen wapenverlof om schapen tegen wolf te beschermen

image_pdfimage_print

De minister van Justitie en Veiligheid hoeft geen wapenverlof te verlenen voor het voorhanden hebben en dragen van een vuurwapen met het oog op verdediging van schapen tegen wolvenaanvallen. Dat heeft de rechtbank Noord-Nederland donderdag 26 september bepaald. De minister moet een wapenverlof verlenen als de aanvrager daar een redelijk belang bij heeft. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht het wapenverlof heeft geweigerd omdat eiser dit redelijke belang niet heeft. 

De eiser van het verlof is jager en hij is door een veehouder gevraagd om schapen te beschermen tegen wolven door deze wolven af te schieten op het moment dat er een wolvenaanval plaatsvindt. De schapen van de veehouder zijn in maart 2022 aangevallen door een wolf en de veehouder vreest dat in de toekomst meer aanvallen zullen plaatsvinden. Eiser heeft om die reden een wapenverlof aangevraagd op grond van de Wet wapens en munitie.

Met het wapenverlof dat eiser heeft aangevraagd kan de minister geen toestemming verlenen voor het afschieten van een wolf. Dit doel kan eiser met deze procedure niet bereiken. De omgevingsvergunning voor het doden of verstoren van de wolf moet op grond van andere wet- en regelgeving worden aangevraagd.

De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft bepaald dat de situatie die eiser heeft beschreven – waarin hij schapen wil verdedigen bij een acute wolvenaanval – geen uitzonderlijk geval is waarbij een redelijk belang bij een wapenverlof op grond van zelfverdediging bestaat. Om die reden heeft de minister het wapenverlof terecht geweigerd.

Van belang is dat eiser zich ten opzichte van andere jagers en veehouders niet in een bijzondere positie bevindt. Daarbij is niet gebleken dat er geen wolfwerende maatregelen genomen kunnen worden of dat deze maatregelen niet volstaan ter bescherming van de schapen. Ook kan niet worden vastgesteld dat eiser en de veehouder ter bescherming van de schapen bij een aanval niet tijdig een beroep kunnen doen op de autoriteiten.

Meer informatie is te vinden in de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.

bron: Rechtbank Noord-Nederland, 26/09/2024