In de loop der jaren hadden we honderden jongjagers te gast in het in Mecklenburg gelegen Lehrrevier van het jachtforum. Bij volle maan in winter en herfst maar ook in mei als ‘de bok open’ is en de ingelegde mais moet worden beschermd tegen al te vraatzuchtige zwartkielen.
De meeste jagers weten dat een zogende leitbagge niet mag worden geschoten, idem met geit of hinde waarbij het kalf nog loopt. Niet zelden echter zijn de jonge jachtgasten verbaasd over het feit dat we in mei geen roofwild vrijgeven. Geen vos, geen das, geen wasbeer en geen marterhond!. Ook in social media blijkt regelmatig dat in Duitsland jagende weidgenoten niet op de hoogte zijn van het wettelijk vastgelegde verbod ouderdieren te bejagen in het voorjaar.. Het lijkt me daarom goed hier nog eens uit te leggen hoe het bij onze oosterburen wettelijk is geregeld en waarom ouderdieren tijdens de zoog- en opvoedperiode bescherming genieten, ook dan wanneer geen sprake is van een schoontijd.
De bescherming van ouderdieren tijdens de (op)voeding van hun kroost is geregeld in het Bundesjagdgesetz (BjG). Deze bepaling treft ook wild dat geen schoontijd geniet, zoals (in vele deelstaten) de vos, marterhond en wasbeer. Vaak wordt ten onrechte aangenomen dat de rekel niet medeverantwoordelijk zou zijn voor de opvoeding en deze mitsdien geen bescherming zou genieten.
De vraag rijst hoe lang de rekel en moer noodzakelijk zijn voor de opvoeding van hun nageslacht.Waar dienen we op te letten?
§ 22 lid 4 Bundesjagdgesetz luidt: ”In den Setz- und Brutzeiten dürfen bis zum Selbständigwerden der Jungtiere die für die Aufzucht notwendigen Elterntiere, auch die von Wild ohne Schonzeit, nicht bejagt werden.”
Dit impliceert dat ouderdieren niet bejaagd mogen worden tot de jongen zelfstandig zijn. Dit voorkomt dat jonge dieren die zichzelf nog niet kunnen redden op jammerlijke wijze verkommeren. Jonge vossen worden geacht zelfstandig te zijn wanneer ze zichzelf van voedsel, warmte en beschutting kunnen voorzien. In het algemeen geldt in Duitsland de vuistregel dat jonge vossen vanaf 15 juli als zelfstandig kunnen worden beschouwd, waardoor de ouderdieren weer bejaagbaar zijn. Tot deze datum laat elke weidelijke jager ‘der Finger gerade’ zolang hij niet absoluut zeker is dat een vos geen jongen te verzorgen heeft. En dit is niet altijd duidelijk waarneembaar, reden om op zeker te gaan en sowieso Reintje & Co enkele maanden Jagdruhe te gunnen.
Genoemde datum van 15 juli is weliswaar een vuistregel maar vormt geen garantie. De ranstijd loopt van december tot maart. Na een draagtijd van ruim 50 dagen komen de jongen ter wereld. Volgens biologen is de jonge vos eerst na drie maanden in staat zich zelf van voedsel te voorzien. Bij een worp van 30 april zou genoemde steekdatum dus niet opgaan. Wij houden om deze reden zekerheidshalve 15 augustus aan. De rest van het jaar bejagen we vos & Co intensief; met name in de ranstijd laat reintje zich goed bejagen.
Zoals hiervoor al aangegeven is ook de rekel nauw betrokken bij de verzorging van de welpen. Hij assisteert het door draagtijd en worp verzwakte moertje en sleept voedsel aan voor de jongen.Het moertje blijft, zeker in het begin in de bouw om de jongen warmte te bieden en haar kroost te beschermen tegen rivaliserende soortgenoten en andere vijanden. Het is dus een misvatting dat de rekel geen wettelijke bescherming zou genieten.
Vanzelfsprekend is er niks op tegen tijdens de aanzit bij de bouw eerst de jongen weg te nemen. Als men 100% zeker is dat alle jongen dood zijn, kan men uiteraard zonder problemen moer en /of rekel wegnemen.*
Let op: Misachting van de ‘Elterntierschütz’ ex §22 BjG is geen overtreding, maar levert overeenkomstig § 38 lid 1 en 2 BjG een zgn Straftatbestand (misdrijf) op. Naast gevangenisstraf en een fikse geldboete kost het je op grond van § 17 lid 2 BjG ook nog eens je Jagdschein!
* Dit gaat vanzelfsprekend niet in enkele deelstaten waar de vos schoontijd geniet.
Johan Offringa
Duitsland-consulent NOJG